De geschiedenis van Sinterklaas
Hoewel weinigen zich dit nog zullen herinneren, was zelfs Sinterklaas ooit een kwieke jongeman. Hoe werd hij heilig en waar vond hij die mijter, staf, roe en knecht eigenlijk?
De Christenen
Sint Nicolaas werd in 270 geboren in het turkse stadje Patara.
Op 6 december in het jaar 342 overlijdt de bisschop van Myra op 62-jarige leeftijd. In 1087 verdwijnen zijn stoffelijke resten uit de stad. Geroofd door Italiaanse zeelieden. In de Italiaanse stad Bari stellen ze de beenderen ten toon. Plots duiken hier ook de verhalen op dat Sint-Nicolaas bij leven tal van hemelse wonderen zou hebben verricht. Een lokmiddel voor vele duizenden pelgrims. Het stadje vaart er wel bij. Bari behoorde destijds tot het Spaanse rijk en wellicht om die reden is de Sint in onze ogen altijd Spanjaard gebleven.
Later werd hij vanwege zijn goede daden heilig verklaard (hoewel hij nu van de heiligenkalender verdwenen is!). Ongeveer 200 jaar na zijn dood zijn er allerlei legendes over zijn persoon en goede daden ontstaan. Zo zou hij vele jongeren hebben geholpen. Bijvoorbeeld door geld te gooien in het huis van een gezin met nette doch arme dochters die daardoor een bruidsschat kregen en fatsoenlijk konden trouwen. Dit vinden we terug in het z.g. ingooien (van o.a. pepernoten en snoepgoed) gouden muntjes (!) van chocola). Ook de vrijers en vrijsters, gemaakt van speculaas en de suikeren harten, doen hieraan denken. In dit verband wordt het woord 'goed-heiligman' verklaard: het komt van 'goet-hylik man', wat goed-huwelijks man' betekent, d.w.z. de man die zorgt voor een goed huwelijk.
In de middeleeuwen ontwikkelt zijn sterfdag zich tot het kinderfeest zoals we het nu kennen. Het begon met het kiezen van een kinderbisschop en assistenten uit de arme kinderen van een stad. Deze kinderen kregen tot 'Onnozele Kinderen' (28 december) eten en cadeaus (onder meer schoenen). Langzaam maar zeker groeit het trakteren van kinderen uit tot een algemeen volksgebruik. Lange tijd was er grote weerstand tegen dit gebruik, met name vanwege de rooms-katholieke elementen.
In een aantal plaatsen, waaronder Tiel, Grave en Alkmaar werden openbare Sint-vieringen zelfs verboden tot groot protest van de bevolking. Pas in de 19e eeuw duikt de bisschop weer in het openbaar op. Uit deze tijd stammen ook de meeste van de Sinterklaasliedjes ('Zie ginds komt de stoomboot' staat bijvoorbeeld in 1851 in de versjesbundel 'St.-Nicolaas en zijn knecht' van J. Schenkman).
De Germanen
Deze christelijke achtergrond verklaart misschien grotendeels het gedrag van onze Goedheiligman, maar zijn uiterlijk en veel van zijn attributen heeft de Sint te danken aan de oude Germaanse god Wodan. Deze reed hoog door de lucht en ging aan het eind van het jaar rond om mensen te belonen of te straffen voor hun gedrag.
Hij had een lange felrode of asgrauwe baard en haren. Hij droeg een wijde wondermantel, een breedgerande hoed en hield een speer in zijn hand. Hij werd bijgestaan door zijn trouwe knecht Eckart en reed op de 8-potige schimmel Sleipnir.
Waar komt zwarte Piet vandaan?
De historici twijfelen tussen een aantal mogelijkheden. Allereerst is daar een Ethiopische wees, die als slaaf de vrijheid kreeg door (of: door toedoen van) Nicolaas. Uit dankbaarheid is hij bij de bisschop gebleven om hem als knecht te dienen. Hij kwam uit Ethiopië en was derhalve ruimschoots getint. Zijn naam was Piter.
Een andere theorie wijst op het verschijnsel dat het inde 17e en 18e eeuw bij de Europese elite in de mode was een Moorse page als personeel in dienst te hebben. Hiermee zou de geboorte van het fenomeen zwarte Piet zijn verklaard.
Symboliek
Stoomboot: Daar voelt hij zich thuis. Sint Nicolaas redde in nood verkerende zeelieden en is naast beschermheer van scholieren, huwbare jeugd, kooplieden en reizigers ook patroon van de zeelieden
Spanje: Uit Spanje kwamen vroeger veel luxe artikelen en lekkers vandaan (en nu dus nog in december).
Schimmel: Geleend van de Germaanse god Wodan
Mijter: waarschijnlijk een 'verbastering' van een Frygische muts (een oosterse, godsdienstige hoofdbedekking), onder meer gedragen door bisschoppen
Staf: symbool van de herdersstaf en kerkelijke macht
'Goedheiligman': Een verbastering van "goet-hylik man" (= "goed-huwelijks man"), een titel die Sint verdiende door te zorgen voor de bruidsschat van een paar arme meisjes.
Zwarte Piet: Vroeger de tegenpool van Sint en boeman voor kleine kinderen, tegenwoordig Sints onmisbare rechterhand , zwart geworden door al dat geklauter in schoorstenen (wie zou daar niet zwart van worden?).
Roe: Berkentakken met bamboe of een lint eromheen, symbool van vruchtbaarheid en daarnaast handig om de schoorsteen schoon te maken (wat gezien Piets uiterlijk misschien niet de beste methode is)
Schoorsteen: Verbinding tussen mensen en de 'bovenwereld' waar geesten en goden wonen (volgens de Germanen tenminste).
Speculaaspoppen: Ook wel 'Vrijers' genoemd, kreeg je er één, dan had je een aanbidder. Vroeger afbeeldingen van heiligen of van de Germaanse vruchtbaarheidsgodin Freia.
Pepernoten: Wederom een symbool van vruchtbaarheid, vroeger werden ze met muntstukken gemengd, tegenwoordig helaas met suikergoed.
Marsepein: Amandelbrood met Indisch rietsuiker, in de Middeleeuwen als geneesmiddel gebruikt. Het wilde zwijn was een Germaans symbool van de jacht en werd in oude tijden regelmatig geofferd. Nadat de kerk dierenoffers verbood, werd het zwijn vervangen door zijn achterneefje: het marsepeinen varken.
Suikergoed: Vroeger vooral in de vorm van een hart. Net als de Vrijer een teken van een aanbidder.
Chocolademunten: Eén van de bekendste legenden over Sinterklaas vertelt dat hij 's nachts stiekem beurzen met goudstukken naar binnen gooide. Dit om te voorkomen dat een vader zijn dochters de prostitutie instuurde om aan geld te komen voor een goede bruidsschat.
Strooien: liefst ongezien, ten teken van vrijgevigheid en bescheidenheid. Ook weer te herleiden naar de legende van de drie huwbare meisjes.
Chocoladeletters: Eetbare letters werden gebruikt op kloosterscholen in de Middeleeuwen om kinderen te leren schrijven. Zodra ze een letter goed konden schrijven, mochten ze als beloning de bijbehorende broodletter opeten. Een andere verklaring kan zijn dat in de 19e eeuw mensen de Sinterklaascadeaus bedekten met een laken. Hierbovenop legden ze de eerste letter (van brood) van het kind waarvoor de cadeaus waren bedoeld. Chocolade letters werden ergens in de 19e eeuw geintroduceerd. Tot die tijd werden de letters gemaakt van brood of banket. Germaanse kinderen kregen een runeteken cadeau bij hun geboorte, een initiaal voor geluk. Ook deze traditie wordt gezien als voorloper van de chocoladeletter.